Update 14 juli 2023: Inmiddels gaat het ondanks de vele regen en droogte zó goed met de moestuin dat de vrijwilligers het niet meer alleen op kunnen. Ze brengen wat overblijft naar Taste Before You Waste in Bussum waar het weer gratis wordt doorgegeven.
Het is een zonovergoten dag op de boerderij van Frans Jan ter Beek in de Noordpolder in Muiderberg. Ook vandaag zijn weer vrijwilligers bezig in de gemeenschappelijke groentetuin. Onder leiding van Thijn Westermann wordt gewerkt aan een pilot waarbij lokale groente worden verbouwd aan de zijkant van het erf van de boer.
Westermann komt aangelopen in een zwart jurkje en heeft vanwege de hitte een grote zonneklep op. Ze heeft net wat aanwijzingen gegeven aan Marian Loenen en Liselore Ammerlaan die helpen in de tuin. De dames zijn nog wat onervaren, maar Westermann heeft gelukkig groene vingers. “De boontjes moeten niet te diep en de rijen op 45 centimeter van elkaar”, legt ze uit. De dames kunnen weer verder en Westermann laat ondertussen zien hoe het gaat op de tuin van 400 vierkante meter.
Groentecollectief gestart met pilot op erf van boer Frans Jan
Lopend langs de bedden wijst ze de verschillende soorten plantjes aan. “De bietjes gaan goed, de sla en andijvie kan ook deze week opgegeten worden en de courgettes en pompoenen hebben we gisteren geplant.” Ze vertelt hoe het tot nu toe is gegaan met de tuin: “We hadden een flitsende start, maar toen kwam de regen. De tuin werd veel te nat en we moesten zelfs al planten weggooien, en nu is het land weer kurkdroog. Ook de harde Noordoost wind zorgt ervoor dat het land snel uitdroogt. Wat dat betreft is de moestuin een hele uitdaging”, lacht ze.
Westermann en boer Frans Jan leggen uit dat ze bezig zijn met een pilot en een groentecollectief vormen. “Thijn en Jan Diek van Mansvelt vroegen of ik een plek wist voor een groentetuin en toen dacht ik: ja, eigenlijk kan het wel bij mij op het erf. Je mag niet zomaar een tuin starten in agrarisch gebied, maar dit gedeelte is een bouwkavel en daar mag het wel. Vroeger had mijn vader aan de andere kant van het erf ook een moestuin, maar ik had er zelf nooit zo’n passie voor. Ik vind het wel heel leuk dat er weer een tuin is en dat wij er ook van kunnen eten. Mijn zoon Lucas heeft de grond met de trekker bewerkt en losgetrokken en toen konden Thijn en medeoprichter Gerard Oorthuys eind februari aan de slag.”
Zorg dragen voor elkaars voedsel
Westermann en Oorthuys vormen ‘de harde kern’ van de groenteclub. Westermann wilde het eigenlijk alleen opzetten om daarna over te dragen, maar ze blijkt door haar groene kennis onmisbaar. Ze vertelt hoe het werkt met het collectief. “We werken met zo’n 15 man op de tuin, allemaal een dagdeel is de opzet. Iedereen heeft 50 euro ingelegd zodat we biologische zaden, plantgoed en wat tweedehands gereedschap konden aanschaffen. De opbrengst verdelen we onder elkaar. Het sociale aspect is ook belangrijk, zorg dragen voor elkaars voedsel. Als er een overschot is kunnen we dat misschien via de lokale groenteboer verkopen/verdelen. Het is de bedoeling dat wij boer Frans Jan ook kunnen betalen voor alles wat hij doet. Zo bewatert hij de tuin als dat nodig is en houdt ook hij de plantjes in de gaten en stelde natuurlijk de grond beschikbaar. We kijken aan het eind van het groeiseizoen hoe we verder gaan met elkaar.”
Voor Westermann is de groentetuin veel meer dan een ‘leuke hobby’. Zij wil zich echt hard maken voor de natuur en goede voeding en de bewustwording hierover groter maken. De groentetuin als groen, lokaal initiatief past daar heel goed tussen. “Het is goed om je bewust te worden hoeveel energie het kost om goed voedsel te produceren en er dus zuinig mee om te springen. Daarnaast willen we dat op een manier doen die zowel voor de grond, het water en voor ons gezond is en goed is voor de biodiversiteit. We hebben daarom ook stroken bloemen aangeplant en laten groentes in bloei schieten, wie zien hier al hommels en vlinders en ook de hazen eten af en toe mee maar dat moeten we wat binnen de perken houden!”
Ook de samenwerking tussen boer en burger vind ik heel belangrijk, wederzijds begrip en respect en gesprek over de problemen die nu spelen in landbouw en politiek. Dat motiveert ook Frans Jan: “Het is leuk dat er een samenwerking is met burgers die ook kunnen zien hoeveel werk het kost om voedsel te produceren. Hier hebben we respect en eerbied voor de natuur en het productieproces. Het is leuk om dat zelf te ervaren.”